Reis- en boekingsvoorwaarden busverhuur
Algemene vervoer- en reisvoorwaarden van Busvervoer Nederland
gedeponeerd op 8 april 2025 onder nr. 6/2025 ter griffie van de rechtbank te Den Haag.
gedeponeerd op 8 april 2025 onder nr. 6/2025 ter griffie van de rechtbank te Den Haag.
Artikel 1: Definities
1.1 Vervoersovereenkomst: de overeenkomst tot vervoer per bus van een of meer personen en al dan niet hun bagage, niet zijnde een pakketreisovereenkomst of een gekoppeld reisarrangement als hierna gedefinieerd onder 1.4 en 1.5 en met uitzondering van openbaar vervoerdiensten waarop de CAO Besloten Busvervoer niet van toepassing is.
1.2 Vervoerder: degene die zich bij een vervoersovereenkomst, in het kader van een pakketreisovereenkomst of als onderdeel van een gekoppeld reisarrangement verbindt tot het realiseren van vervoer.
1.3 Opdrachtgever: de wederpartij van de vervoerder bij een vervoersovereenkomst, al dan niet in het kader van een gekoppeld reisarrangement.
1.4 Pakketreisovereenkomst: een overeenkomst als bedoeld in artikel 7:500 Burgerlijk Wetboek, verder te noemen: B.W.
1.5 Gekoppeld reisarrangement: een arrangement als bedoeld in artikel 7:500 B.W.
1.6 Reisdienst: een dienst als bedoeld in artikel 7:500 B.W.
1.7 Organisator: een organisator als bedoeld in artikel 7:500 B.W. dan wel een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een gekoppeld reisarrangement faciliteert.
1.8 Reiziger: een door de vervoerder per bus te vervoeren persoon respectievelijk een reiziger als bedoeld in artikel 7:500 B.W.
1.9 Vervoer: personenvervoer per bus, niet zijnde openbaar vervoer.
1.10 Opzegging: annulering van een vervoersovereenkomst, al dan niet in het kader van een gekoppeld reisarrangement, of van een pakketreisovereenkomst, voordat die vervoersovereenkomst of pakketreisovereenkomst is aangevangen.
Artikel 2: Totstandkoming overeenkomst
2.1 Elk aanbod tot het aangaan van een vervoersovereenkomst, een pakketreisovereenkomst of vervoer in het kader van een gekoppeld reisarrangement van de vervoerder respectievelijk organisator is vrijblijvend en kan derhalve door deze worden herroepen, zelfs nadat de opdrachtgever respectievelijk reiziger het aanbod heeft aanvaard. Herroeping van een vrijblijvend aanbod dient onverwijld na ontvangst van de aanvaarding te geschieden.
2.2 Degene die namens of ten behoeve van een ander een vervoersovereenkomst, een pakketreisovereenkomst dan wel een gekoppeld reisarrangement aangaat, is hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen die daaruit voortvloeien. De (andere) reiziger(s) is (zijn) voor zijn (hun) eigen deel aansprakelijk.
Artikel 3: Prijzen
3.1 Bij elke ritprijs wordt aangegeven dat deze inclusief dan wel exclusief BTW en/of alle andere overheidsheffingen is.
3.2 In geval van een vervoersovereenkomst of vervoer in het kader van een gekoppeld reisarrangement is de vervoerder bevoegd de stijging van aan de uitvoering van de overeenkomst verbonden kosten, bijvoorbeeld ten gevolge van de stijging van brandstofkosten, van kosten als gevolg van cao-wijzigingen, van de prijzen van consumpties of van verschuldigde heffingen, door te berekenen aan de opdrachtgever. De opdrachtgever kan de verhoging afwijzen. Ten aanzien van een dergelijke afwijzing en de gevolgen daarvan geldt hetgeen hierna is bepaald in de artikelen 6.2 en 6.3 van deze algemene voorwaarden.
3.3 Prijsverhogingen van pakketreisovereenkomsten zijn alleen toegestaan als rechtstreeks gevolg van:
a. veranderingen in de prijs van vervoer als gevolg van de toegenomen kostprijs van brandstof of van andere energiebronnen;
b. veranderingen in de hoogte van belastingen of vergoedingen over de in de overeenkomst begrepen reisdiensten, met inbegrip van toeristenbelastingen, landingsrechten en vertrek- of aankomstbelasting in havens en op vliegvelden;
c. veranderingen in de wisselkoersen die voor de pakketreis van belang zijn.
3.4 Als na sluiting van de pakketreisovereenkomst en vóór het begin van de pakketreis de in artikel 3.3 onder a t/m c genoemde componenten in prijs dalen, dan heeft de reiziger recht op prijsverlaging die overeenstemt met elke daling van die kosten.
3.5 Prijsverhogingen van een pakketreisovereenkomst zijn alleen mogelijk als de organisator de reiziger daarvan uiterlijk 20 dagen voor het begin van de pakketreis via een duurzame gegevensdrager en op een duidelijke en begrijpelijke manier in kennis stelt, met opgave van de redenen voor die prijsverhoging en een berekening.
3.6 Als de prijsverhoging van een pakketreisovereenkomst meer dan 8% van de prijs van de pakketreis bedraagt, dan kan de reiziger binnen een door de organisator bepaalde redelijke termijn de voorgestelde wijziging aanvaarden of de overeenkomst beëindigen zonder betaling van een beëindigingsvergoeding. Artikel 7:508 lid 3 t/m 5 B.W. is van toepassing.
3.7 De organisator verstrekt de reiziger, voordat deze is gebonden door een pakketreisovereenkomst of een daarmee overeenstemmend aanbod, informatie over de totale reissom van de pakketreis, inclusief belastingen en, indien van toepassing, alle bijkomende vergoedingen, toeslagen en andere kosten. Als deze kosten redelijkerwijs niet kunnen worden berekend voordat de overeenkomst wordt gesloten, moet de organisator een opgave doen van de soort bijkomende kosten die alsnog voor rekening van de reiziger kunnen zijn.
Artikel 4: Betaling; incasso
4.1 De vervoerder is steeds gerechtigd om van de opdrachtgever betaling van een voorschot op de ritprijs respectievelijk vooruitbetaling van de gehele ritprijs te verlangen. De opdrachtgever dient het voorschot respectievelijk de vooruitbetaling binnen de door de vervoerder te bepalen termijn te betalen. Bij gebreke van een dergelijke termijnaanduiding dient het voorschot respectievelijk de vooruitbetaling tenminste 14 dagen voor de vertrekdatum aan de vervoerder te zijn betaald. Ingeval de opdrachtgever verzuimt het voorschot respectievelijk de vooruitbetaling tijdig te betalen is de vervoerder bevoegd de vervoersovereenkomst te ontbinden en kan de opdrachtgever gehouden worden aan de vervoerder de door deze reeds gemaakte kosten respectievelijk overige schade te vergoeden. Deze schadevergoeding zal in dat geval tenminste 30% van de ritprijs bedragen.
4.2 De opdrachtgever is gehouden (het restant van) de ritprijs te voldoen binnen 14 dagen na de factuurdatum, tenzij anders is overeengekomen.
4.3 Ingeval van een pakketreisovereenkomst kan de organisator een aanbetaling verlangen en wordt aan de reiziger voor het sluiten van de overeenkomst informatie verstrekt over de datum waarop die vooruitbetaling (volledig) uiterlijk moet zijn gerealiseerd, én over de hoogte van die aanbetaling.
4.4 Als de reiziger op de door de organisator aangegeven datum niet of niet volledig aan de uit artikel 4.3 voortvloeiende financiële verplichtingen heeft voldaan, dan is de reiziger van rechtswege in verzuim.
4.5 Als de reiziger op grond van het gestelde in artikel 4.4 in verzuim is, maant de organisator de reiziger tot betaling en wordt een termijn van 14 dagen gesteld om alsnog aan alle verplichtingen te voldoen; daarbij wordt de reiziger erop gewezen dat als niet alsnog tijdig aan alle verplichtingen wordt voldaan, de overeenkomst per die datum geacht wordt te zijn geannuleerd, zonder dat er aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding; ingeval van ontbinding verrekent de organisator reeds betaalde bedragen met de beëindigingsvergoeding; als de vertrekdatum binnen deze termijn van 14 dagen ligt, dan dient de reiziger de volledige reissom in ieder geval uiterlijk 24 uur voor de vertrekdatum te voldoen.
4.6 In geval van enige niet-tijdige betaling is de opdrachtgever die handelt in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf zonder dat ingebrekestelling of aanmaning nodig is, in verzuim en is hij over het achterstallige bedrag een direct opeisbare boete verschuldigd van 1,5% per maand. Een gedeelte van een maand geldt in dit verband als een hele maand.
4.7 Alle buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten (inclusief de kosten van juridische bijstand), die voor de vervoerder respectievelijk organisator verbonden zijn aan de handhaving van zijn rechten jegens de opdrachtgever respectievelijk reiziger, komen voor rekening van de opdrachtgever respectievelijk reiziger. In geval opdrachtgever of reiziger in verzuim is ten aanzien van betaling van de door vervoerder of organisator in rekening gebrachte bedragen, is de opdrachtgever of reiziger naast de wettelijke rente tevens de buitengerechtelijke kosten verschuldigd, waarbij geldt:
a. Voor zover opdrachtgever of de reiziger een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, zijn de buitengerechtelijke kosten, zoals is bepaald in en wordt berekend conform het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten, eerst verschuldigd als niet is betaald binnen 15 dagen nadat de aanmaningsbrief bij de schuldenaar is bezorgd;
b. Voor zover opdrachtgever of reiziger handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf maakt vervoerder respectievelijk organisator aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, welke kosten in dat geval, in afwijking van het bepaalde in artikel 6:96 lid 4 B.W. alsmede in afwijking van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, reeds nu voor alsdan wordt vastgesteld op een bedrag gelijk aan 15% van de totaal openstaande hoofdsom, met een minimum van € 150,--.
Artikel 5: Opzegging
5.1 Indien de opdrachtgever de vervoersovereenkomst opzegt, is hij verplicht de dientengevolge door de vervoerder geleden schade te vergoeden. Tenzij partijen anders zijn overeengekomen – met inbegrip van het geval dat de vervoerder in één of meer van zijn publicaties een afwijkende annuleringsregeling heeft vermeld – is de opdrachtgever, naast vergoeding van eventueel in zijn opdracht door de vervoerder reeds gemaakte kosten, de navolgende schadevergoeding aan de vervoerder verschuldigd:
a. bij opzegging tot de 22e kalenderdag (exclusief) voor de dag waarop het vervoer aanvangt: 30% van de overeengekomen ritprijs met een minimum van € 125,--;
b. bij opzegging vanaf de 22e kalenderdag (inclusief) tot de 14e kalenderdag (exclusief): 40% van de overeengekomen ritprijs;
c. bij opzegging vanaf de 14e kalenderdag (inclusief) tot de 2e kalenderdag (exclusief): 50% van de overeengekomen ritprijs;
d. bij opzegging vanaf de 2e dag (inclusief) tot de dag (exclusief) van vertrek: 75% van de overeengekomen ritprijs;
e. bij opzegging op de dag van vertrek: de volledige ritprijs.
5.2 Indien de reiziger de pakketreisovereenkomst of het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement opzegt, is hij verplicht de dientengevolge door de organisator geleden schade te vergoeden. Tenzij partijen anders zijn overeengekomen, is de reiziger de navolgende schadevergoeding aan de organisator verschuldigd:
a. bij opzegging tot de 42e kalenderdag (exclusief) vóór de vertrekdag: de aanbetaling maar niet meer dan 35% van de reissom;
b. bij opzegging vanaf de 42e kalenderdag (inclusief) tot de 28e kalenderdag (exclusief): 35% van de reissom;
c. bij opzegging vanaf de 28e kalenderdag (inclusief) tot de 21e kalenderdag (exclusief): 40% van de reissom;
d. bij opzegging vanaf de 21e kalenderdag (inclusief) tot de 14e kalenderdag (exclusief): 50% van de reissom;
e. bij opzegging vanaf de 14e kalenderdag (inclusief) tot de 5e kalenderdag (exclusief): 75% van de reissom;
f. bij opzegging vanaf de 5e kalenderdag (inclusief) tot de vertrekdag: 90% van de reissom;
g. bij opzegging op de vertrekdag: de volledige reissom.
5.3 Indien een of meer reizigers die gezamenlijk met een of meer andere reizigers voor een verblijf bepaalde accommodatie hebben geboekt, hun pakketreisovereenkomst of het onderdeel vervoer in het kader van een gekoppeld reisarrangement opzeggen, geldt zodanige opzegging tevens als opzegging door die andere reiziger(s) van de met hem (hen) gesloten pakketreisovereenkomst(en) of onderdeel vervoer en zijn ook deze reizigers tot schadevergoeding op de voet van 5.2 gehouden.
5.4 De opzeggingsbevoegdheid kan tijdens het vervoer respectievelijk de reis door de opdrachtgever respectievelijk reiziger niet worden uitgeoefend.
5.5 Opzegging door de opdrachtgever respectievelijk reiziger van het vervoer en/of de reis kan slechts schriftelijk geschieden.
Artikel 6: Wijziging van de overeenkomst
6.1 De vervoerder is bevoegd de vervoersovereenkomst of het onderdeel vervoer van het gekoppelde reisarrangement op een wezenlijk punt te wijzigen wegens gewichtige, de opdrachtgever respectievelijk reiziger zo spoedig mogelijk meegedeelde omstandigheden.
6.2 De opdrachtgever respectievelijk reiziger kan de wijziging als bedoeld in artikel 6.1 afwijzen. De opdrachtgever respectievelijk reiziger dient die eventuele afwijzing zo spoedig mogelijk aan de vervoerder respectievelijk organisator mee te delen, bij gebreke waarvan de afwijzing geen effect sorteert.
6.3 In geval van afwijzing door de opdrachtgever respectievelijk reiziger als bedoeld in 6.2, kan de vervoerder respectievelijk organisator de vervoersovereenkomst respectievelijk het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement opzeggen. De vervoerder respectievelijk organisator dient deze opzeggingsbevoegdheid zo spoedig mogelijk uit te oefenen. In geval van zodanige opzegging heeft de opdrachtgever respectievelijk reiziger recht op teruggave of kwijtschelding van de ritprijs respectievelijk reissom of, indien het vervoer respectievelijk de reis reeds ten dele is genoten, een evenredig deel daarvan, in alle gevallen zonder betaling van een beëindigingsvergoeding.
6.4 Als de organisator zich in het kader van een pakketreisovereenkomst genoodzaakt ziet om voor het begin van een pakketreis een van de voornaamste kenmerken van de reisdienst ingrijpend te wijzigen of niet aan de bijzondere wensen in de zin van artikel 7:504, lid 3, onderdeel a B.W. tegemoet kan komen, kan de reiziger binnen een door de organisator bepaalde redelijke termijn de voorgestelde wijziging aanvaarden of de overeenkomst beëindigen zonder betaling van een beëindigingsvergoeding.
6.5 De organisator heeft de mogelijkheid om de pakketreisovereenkomst vóór het begin van de pakketreis eenzijdig te wijzigen op een onbeduidend onderdeel mits organisator de reiziger daarvan op een duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende manier via een duurzame gegevensdrager in kennis stelt.
6.6 Ingeval van een vervoersovereenkomst of vervoer in het kader van een gekoppeld reisarrangement is de opdrachtgever of de reiziger gehouden de redelijke meerkosten te voldoen die hem in rekening worden gebracht indien deze zijn ontstaan ten gevolge van vooraf niet voorziene verkeerssituaties, zoals filevorming, waardoor de duur van de rit langer is dan was overeengekomen.
6.7 De opdrachtgever respectievelijk reiziger is gehouden de meerkosten te voldoen die hem in rekening worden gebracht indien:
a. op zijn verzoek respectievelijk wegens een hem toe te rekenen omstandigheid meer kilometers zijn gereden en/of meer arbeidsuren zijn gemaakt dan zijn verdisconteerd in de ritprijs respectievelijk reissom;
b. op zijn verzoek respectievelijk wegens een hem toe te rekenen omstandigheid op enigerlei wijze is afgeweken in de uitvoering van het vervoer respectievelijk de reis (bijvoorbeeld in de route, het tijdschema, de verzorging of de accommodatie) zoals deze in de overeenkomst was voorzien.
6.8 Als de opdrachtgever of de reiziger de vervoersovereenkomst, de pakketreisovereenkomst of het onderdeel vervoer in het kader van het gekoppelde reisarrangement gedeeltelijk niet nakomt of aankondigt gedeeltelijk niet na te zullen komen, dan is op het desbetreffende deel de in artikel 5.1 opgenomen staffel van toepassing.
Artikel 7: Opzegging wegens te geringe deelname of wegens overmacht
7.1 De organisator is bevoegd de pakketreisovereenkomst of het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement op te zeggen zonder dat hij de reiziger enige schadevergoeding is verschuldigd, wanneer het aantal aanmeldingen kleiner is dan het vereiste minimum aantal en de reiziger binnen de in de pakketreisovereenkomst of het gekoppelde reisarrangement aangegeven termijn schriftelijk van de opzegging in kennis is gesteld. Dit dient uiterlijk twintig dagen voor het begin van een pakketreis of een gekoppeld reisarrangement van meer dan zes dagen te gebeuren, zeven dagen voor het begin van een pakketreis of een gekoppeld reisarrangement van twee tot zes dagen, of 48 uur voor het begin van een pakketreis of een gekoppeld reisarrangement van minder dan twee dagen.
7.2 Het gestelde in artikel 7.1 is eveneens van toepassing op een vervoersovereenkomst.
7.3 De organisator is bevoegd de pakketreisovereenkomst of het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement op te zeggen zonder dat hij de reiziger enige schadevergoeding is verschuldigd, wanneer nakoming van de pakketreisovereenkomst dan wel het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement onmogelijk is dan wel wordt bemoeilijkt door onvermijdbare en buitengewone omstandigheden.
7.4 De vervoerder is bevoegd de vervoersovereenkomst op te zeggen ingeval de nakoming daarvan onmogelijk wordt gemaakt respectievelijk wordt bemoeilijkt door een omstandigheid die buiten zijn macht is gelegen, zonder dat hij de opdrachtgever enige schadevergoeding is verschuldigd; als zulk een omstandigheid worden onder meer beschouwd staking van werknemers en/of hulppersonen van de vervoerder en bijzondere weersomstandigheden waarvoor het KNMI een waarschuwing voor gevaarlijk weer (code geel), een waarschuwing voor extreem weer (code oranje) dan wel een weeralarm (code rood) heeft afgegeven. Ingeval de vervoersovereenkomst strekt tot vervoer middels terbeschikkingstelling door de vervoerder van een of meer zitplaatsen in een bus en niet van een bus als zodanig is de vervoerder eveneens bevoegd de vervoersovereenkomst op te zeggen bij te geringe deelname als bedoeld onder 7.1.
7.5 In geval van opzegging als bedoeld in de artikelen 7.1 tot en met 7.4 heeft de opdrachtgever respectievelijk reiziger recht op teruggave of kwijtschelding van de ritprijs respectievelijk reissom of, indien het vervoer respectievelijk de reis reeds ten dele is genoten, een evenredig deel daarvan.
7.6 Ingeval van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden kan opdrachtgever respectievelijk reiziger en/of de vervoerder respectievelijk organisator de onderliggende overeenkomst kosteloos beëindigen voor zover het vervoer dan wel de reis nog niet is aangevangen. Als de organisator of de vervoerder de pakketreisovereenkomst respectievelijk het onderdeel vervoer in het kader van een gekoppeld reisarrangement dan wel de vervoersovereenkomst niet kan uitvoeren als gevolg van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden dient hij de reiziger respectievelijk de opdrachtgever er onverwijld en vóór het begin van de pakketreis dan wel vóór het begin van het vervoer van in kennis te stellen dat de overeenkomst wordt beëindigd.
Artikel 8: Aansprakelijkheidsbeperking
8.1 Ingeval de vervoerder rechtens aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger ten gevolge van een ongeval dat in verband met en tijdens het vervoer aan de reiziger is overkomen, en/of schade veroorzaakt door geheel of gedeeltelijk verlies dan wel beschadiging van diens bagage, ontstaan tijdens het vervoer, is zijn aansprakelijkheid voor deze schade, behoudens - kort gezegd - in geval van opzet of bewuste roekeloosheid van de vervoerder zelf, op grond van artikel 8:1157 B.W. beperkt tot de bij of krachtens de op grond van dit wetsartikel uitgevaardigde algemene maatregel van bestuur bepaalde bedragen. De vervoerder is niet aansprakelijk in geval van verlies van of beschadiging van contant geld, verhandelbare documenten, goud, zilver, juwelen, sieraden, kunstvoorwerpen, elektronica of andere zaken van waarde.
8.2 De vervoerder is jegens de opdrachtgever respectievelijk reiziger in het kader van het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement niet aansprakelijk voor enige andere schade dan bedoeld onder 8.1, behoudens indien deze schade het gevolg is van handelen of nalaten van hem zelf geschied, hetzij met het opzet de schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap dat die schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien. De omstandigheid dat de vervoersovereenkomst niet in het geheel kan worden nagekomen als gevolg van het naleven van (verkeers)wet- en regelgeving is niet te kwalificeren als nalaten van de zijde van de vervoerder, en zal niet tot aansprakelijkheid kunnen leiden. Indien de vervoerder aansprakelijk is voor schade als gevolg van vertraging is deze op grond van artikel 8:1157 B.W. beperkt tot het bij of krachtens de op grond van dit wetsartikel uitgevaardigde algemene maatregel van bestuur bepaalde bedrag.
8.3 In geval van een pakketreisovereenkomst is de aansprakelijkheid van de organisator voor andere schade dan veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger beperkt tot driemaal de reissom, met dien verstande dat de vergoeding voor derving van reisgenot ten hoogste eenmaal de reissom bedraagt. Indien op een pakketreisovereenkomst een verdrag van toepassing is dat een uitsluiting of beperking van aansprakelijkheid toekent of toestaat aan de organisator, geldt deze uitsluiting respectievelijk deze beperking tot het laagste ten gunste van de organisator toegestane bedrag.
Artikel 9: Diverse verplichtingen van de reiziger
9.1 De reiziger is gehouden zich tijdens het vervoer respectievelijk de reis te gedragen overeenkomstig de aanwijzingen zijdens de vervoerder respectievelijk organisator, het onverwijld en onvoorwaardelijk verlenen van medewerking aan controle van bagage daaronder begrepen. De reiziger dient in het bezit te zijn van een geldig identiteitsbewijs en dit op eerste verzoek te tonen. De reiziger is verplicht voor de aanvang van het vervoer respectievelijk de reis zijn bagage deugdelijk te verpakken (onder meer ter voorkoming van schade aan andere bagage of de bus) en duidelijk te voorzien van een aanduiding van zijn naam, adres en bestemming. De vervoerder respectievelijk organisator is bevoegd het vervoer van bagage te weigeren indien het aantal of de omvang van de door de reiziger aangeboden colli niet redelijk is en/of het gewicht hoger is dan 20 kg per persoon. Om veiligheids- of beveiligingsredenen en/of op verzoek van de autoriteiten kan de reiziger worden gevraagd om medewerking te verlenen aan een onderzoek naar bagage. Reiziger is verplicht hieraan terstond medewerking te verlenen. De vervoerder is gerechtigd onbeheerde bagage te (laten) inspecteren. Het is de reiziger verboden:
a. drugs, explosieven, wapens, zuurstofflessen of gevaarlijke stoffen in zijn bagage of anderszins met zich te dragen;
b. tijdens het rijden te staan of te lopen in de bus en/of (hete) drank te gebruiken, tenzij voor eigen risico van de reiziger.
De reiziger is verplicht zich in de bus te onthouden van:
a. beschadiging en/of verontreiniging van de bus;
b. het gebruik van alcoholhoudende dranken, tenzij met uitdrukkelijke toestemming zijdens de vervoerder respectievelijk organisator, alsmede het gebruik van verdovende middelen;
c. het aanraken van noodvoorzieningen, zoals nooddeur en noodluik;
d. het roken;
e. het op enigerlei wijze hinderen van het personeel in de uitoefening van zijn taak;
f. het veroorzaken van hinder en overlast voor medereizigers of weggebruikers, waaronder het morsen van (hete) drank;
g. het in gevaar brengen van de veiligheid van zichzelf, de overige passagiers, de bestuurder dan wel van andere weggebruikers.
9.2 De vervoerder respectievelijk organisator is bevoegd vervoer dan wel verder vervoer aan de reiziger te (doen) ontzeggen en hem te (doen) gelasten de bus onmiddellijk te verlaten, indien de reiziger in strijd handelt met de hiervoor onder 9.1 vermelde verplichtingen, zonder dat de opdrachtgever of de reiziger ter zake aanspraak heeft op enige schadevergoeding of restitutie van (een deel van) de ritprijs of reissom.
9.3 De reiziger is voorts gehouden alle voor de reis noodzakelijke reisdocumenten, zoals onder meer een geldig paspoort en een geldig visum, bij zich te dragen, tijdig aanwezig te zijn voor het vertrek en ook steeds tijdig weer aanwezig te zijn voor het vertrek bij tussenstops en tevens de veiligheidsgordels, voor zover aanwezig, tijdens het rijden te bevestigen. Bij het vervoer van kinderen tot 12 jaar zijn de begeleiders verantwoordelijk voor het bevestigen van de veiligheidsgordels, voor zover aanwezig, tijdens het rijden. Ingeval van het niet beschikken over de noodzakelijke documenten, het niet-tijdig aanwezig zijn, de niet-tijdige terugkeer van de reiziger of de weigering om de veiligheidsgordels te bevestigen tot vertraging van betekenis kan leiden is de vervoerder respectievelijk organisator bevoegd het vervoer respectievelijk de reis ten aanzien van deze reiziger niet verder uit te voeren, zonder dat de opdrachtgever of de reiziger ter zake aanspraak heeft op enige schadevergoeding of restitutie van de ritprijs of reissom.
9.4 Onverminderd hetgeen hiervoor is bepaald onder 9.1 tot en met 9.3 is de opdrachtgever respectievelijk de reiziger gehouden aan de vervoerder respectievelijk organisator de schade te vergoeden die deze eventueel heeft geleden en nog zal lijden doordat de reiziger in strijd heeft gehandeld met een van de hiervoor vermelde verplichtingen.
Artikel 10: Cameratoezicht
Vervoerder behoudt zich in het belang van de veiligheid van reizigers en bestuurder(s) het recht voor om cameraondersteunend toezicht uit te voeren. Dit toezicht vindt plaats met inachtneming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de daarop gebaseerde Beleidsregels Cameratoezicht.
Artikel 11: Klachten; bevoegde rechter
11.1 Ingeval de opdrachtgever respectievelijk reiziger een klacht heeft over de totstandkoming of uitvoering van de overeenkomst dient de opdrachtgever respectievelijk reiziger zijn desbetreffende klacht direct, schriftelijk of in een andere passende vorm te richten tot de vervoerder respectievelijk organisator, opdat deze een passende oplossing kan zoeken.
11.2 Indien de klacht niet tijdens de uitvoering van de overeenkomst naar genoegen van de opdrachtgever respectievelijk reiziger wordt opgelost, kan deze uiterlijk binnen een maand na uitvoering van de overeenkomst dan wel, indien het vervoer respectievelijk de reis geen doorgang heeft gevonden, binnen een maand na de geplande vertrekdatum een schriftelijke en gemotiveerde klacht indienen bij de vervoerder respectievelijk organisator. Indien de klacht betrekking heeft op de totstandkoming van de overeenkomst, dient de klacht binnen een maand na de desbetreffende handelwijze van de vervoerder respectievelijk organisator bij deze te worden ingediend.
11.3 De vervoerder respectievelijk organisator moet een klacht binnen een maand na indiening daarvan afhandelen. Indien de vervoerder respectievelijk organisator de klacht niet tijdig respectievelijk niet naar genoegen van de opdrachtgever respectievelijk reiziger heeft afgehandeld, kan deze, tot uiterlijk drie maanden na uitvoering van de overeenkomst respectievelijk na de geplande vertrekdatum respectievelijk na de datum waarop de gewraakte handelwijze van de vervoerder respectievelijk organisator met betrekking tot de totstandkoming van de overeenkomst heeft plaatsgevonden, zijn klacht schriftelijk voorleggen aan een door de vereniging KNV Busvervoer in te stellen geschillencommissie. Deze geschillencommissie beslist bij wege van bindend advies.
11.4 De reiziger die geen gebruik wenst te maken van deze bindend-adviesprocedure kan zich wenden tot de volgens de wet bevoegde rechtbank binnen wier rechtsgebied de vervoerder respectievelijk organisator is gevestigd, zulks onverminderd het recht van de reiziger zich te wenden tot een andere volgens de wet bevoegde rechtbank.
11.5 Onverminderd de wettelijke bepalingen van dwingend recht met betrekking tot verjaring van rechtsvorderingen en het bepaalde inzake het verval bij niet tijdige kennisgeving als bedoeld in artikel 8:1753 B.W., vervalt overigens elk vorderingsrecht van de opdrachtgever respectievelijk reiziger een jaar na uitvoering van de overeenkomst respectievelijk een jaar na de geplande vertrekdatum of na de datum waarop de gewraakte handelwijze van de vervoerder respectievelijk organisator met betrekking tot de totstandkoming van de overeenkomst heeft plaatsgevonden.
Artikel 12: Toepasselijk recht
Op alle vervoer- of reisovereenkomsten is het Nederlands recht van toepassing.
1.1 Vervoersovereenkomst: de overeenkomst tot vervoer per bus van een of meer personen en al dan niet hun bagage, niet zijnde een pakketreisovereenkomst of een gekoppeld reisarrangement als hierna gedefinieerd onder 1.4 en 1.5 en met uitzondering van openbaar vervoerdiensten waarop de CAO Besloten Busvervoer niet van toepassing is.
1.2 Vervoerder: degene die zich bij een vervoersovereenkomst, in het kader van een pakketreisovereenkomst of als onderdeel van een gekoppeld reisarrangement verbindt tot het realiseren van vervoer.
1.3 Opdrachtgever: de wederpartij van de vervoerder bij een vervoersovereenkomst, al dan niet in het kader van een gekoppeld reisarrangement.
1.4 Pakketreisovereenkomst: een overeenkomst als bedoeld in artikel 7:500 Burgerlijk Wetboek, verder te noemen: B.W.
1.5 Gekoppeld reisarrangement: een arrangement als bedoeld in artikel 7:500 B.W.
1.6 Reisdienst: een dienst als bedoeld in artikel 7:500 B.W.
1.7 Organisator: een organisator als bedoeld in artikel 7:500 B.W. dan wel een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een gekoppeld reisarrangement faciliteert.
1.8 Reiziger: een door de vervoerder per bus te vervoeren persoon respectievelijk een reiziger als bedoeld in artikel 7:500 B.W.
1.9 Vervoer: personenvervoer per bus, niet zijnde openbaar vervoer.
1.10 Opzegging: annulering van een vervoersovereenkomst, al dan niet in het kader van een gekoppeld reisarrangement, of van een pakketreisovereenkomst, voordat die vervoersovereenkomst of pakketreisovereenkomst is aangevangen.
Artikel 2: Totstandkoming overeenkomst
2.1 Elk aanbod tot het aangaan van een vervoersovereenkomst, een pakketreisovereenkomst of vervoer in het kader van een gekoppeld reisarrangement van de vervoerder respectievelijk organisator is vrijblijvend en kan derhalve door deze worden herroepen, zelfs nadat de opdrachtgever respectievelijk reiziger het aanbod heeft aanvaard. Herroeping van een vrijblijvend aanbod dient onverwijld na ontvangst van de aanvaarding te geschieden.
2.2 Degene die namens of ten behoeve van een ander een vervoersovereenkomst, een pakketreisovereenkomst dan wel een gekoppeld reisarrangement aangaat, is hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen die daaruit voortvloeien. De (andere) reiziger(s) is (zijn) voor zijn (hun) eigen deel aansprakelijk.
Artikel 3: Prijzen
3.1 Bij elke ritprijs wordt aangegeven dat deze inclusief dan wel exclusief BTW en/of alle andere overheidsheffingen is.
3.2 In geval van een vervoersovereenkomst of vervoer in het kader van een gekoppeld reisarrangement is de vervoerder bevoegd de stijging van aan de uitvoering van de overeenkomst verbonden kosten, bijvoorbeeld ten gevolge van de stijging van brandstofkosten, van kosten als gevolg van cao-wijzigingen, van de prijzen van consumpties of van verschuldigde heffingen, door te berekenen aan de opdrachtgever. De opdrachtgever kan de verhoging afwijzen. Ten aanzien van een dergelijke afwijzing en de gevolgen daarvan geldt hetgeen hierna is bepaald in de artikelen 6.2 en 6.3 van deze algemene voorwaarden.
3.3 Prijsverhogingen van pakketreisovereenkomsten zijn alleen toegestaan als rechtstreeks gevolg van:
a. veranderingen in de prijs van vervoer als gevolg van de toegenomen kostprijs van brandstof of van andere energiebronnen;
b. veranderingen in de hoogte van belastingen of vergoedingen over de in de overeenkomst begrepen reisdiensten, met inbegrip van toeristenbelastingen, landingsrechten en vertrek- of aankomstbelasting in havens en op vliegvelden;
c. veranderingen in de wisselkoersen die voor de pakketreis van belang zijn.
3.4 Als na sluiting van de pakketreisovereenkomst en vóór het begin van de pakketreis de in artikel 3.3 onder a t/m c genoemde componenten in prijs dalen, dan heeft de reiziger recht op prijsverlaging die overeenstemt met elke daling van die kosten.
3.5 Prijsverhogingen van een pakketreisovereenkomst zijn alleen mogelijk als de organisator de reiziger daarvan uiterlijk 20 dagen voor het begin van de pakketreis via een duurzame gegevensdrager en op een duidelijke en begrijpelijke manier in kennis stelt, met opgave van de redenen voor die prijsverhoging en een berekening.
3.6 Als de prijsverhoging van een pakketreisovereenkomst meer dan 8% van de prijs van de pakketreis bedraagt, dan kan de reiziger binnen een door de organisator bepaalde redelijke termijn de voorgestelde wijziging aanvaarden of de overeenkomst beëindigen zonder betaling van een beëindigingsvergoeding. Artikel 7:508 lid 3 t/m 5 B.W. is van toepassing.
3.7 De organisator verstrekt de reiziger, voordat deze is gebonden door een pakketreisovereenkomst of een daarmee overeenstemmend aanbod, informatie over de totale reissom van de pakketreis, inclusief belastingen en, indien van toepassing, alle bijkomende vergoedingen, toeslagen en andere kosten. Als deze kosten redelijkerwijs niet kunnen worden berekend voordat de overeenkomst wordt gesloten, moet de organisator een opgave doen van de soort bijkomende kosten die alsnog voor rekening van de reiziger kunnen zijn.
Artikel 4: Betaling; incasso
4.1 De vervoerder is steeds gerechtigd om van de opdrachtgever betaling van een voorschot op de ritprijs respectievelijk vooruitbetaling van de gehele ritprijs te verlangen. De opdrachtgever dient het voorschot respectievelijk de vooruitbetaling binnen de door de vervoerder te bepalen termijn te betalen. Bij gebreke van een dergelijke termijnaanduiding dient het voorschot respectievelijk de vooruitbetaling tenminste 14 dagen voor de vertrekdatum aan de vervoerder te zijn betaald. Ingeval de opdrachtgever verzuimt het voorschot respectievelijk de vooruitbetaling tijdig te betalen is de vervoerder bevoegd de vervoersovereenkomst te ontbinden en kan de opdrachtgever gehouden worden aan de vervoerder de door deze reeds gemaakte kosten respectievelijk overige schade te vergoeden. Deze schadevergoeding zal in dat geval tenminste 30% van de ritprijs bedragen.
4.2 De opdrachtgever is gehouden (het restant van) de ritprijs te voldoen binnen 14 dagen na de factuurdatum, tenzij anders is overeengekomen.
4.3 Ingeval van een pakketreisovereenkomst kan de organisator een aanbetaling verlangen en wordt aan de reiziger voor het sluiten van de overeenkomst informatie verstrekt over de datum waarop die vooruitbetaling (volledig) uiterlijk moet zijn gerealiseerd, én over de hoogte van die aanbetaling.
4.4 Als de reiziger op de door de organisator aangegeven datum niet of niet volledig aan de uit artikel 4.3 voortvloeiende financiële verplichtingen heeft voldaan, dan is de reiziger van rechtswege in verzuim.
4.5 Als de reiziger op grond van het gestelde in artikel 4.4 in verzuim is, maant de organisator de reiziger tot betaling en wordt een termijn van 14 dagen gesteld om alsnog aan alle verplichtingen te voldoen; daarbij wordt de reiziger erop gewezen dat als niet alsnog tijdig aan alle verplichtingen wordt voldaan, de overeenkomst per die datum geacht wordt te zijn geannuleerd, zonder dat er aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding; ingeval van ontbinding verrekent de organisator reeds betaalde bedragen met de beëindigingsvergoeding; als de vertrekdatum binnen deze termijn van 14 dagen ligt, dan dient de reiziger de volledige reissom in ieder geval uiterlijk 24 uur voor de vertrekdatum te voldoen.
4.6 In geval van enige niet-tijdige betaling is de opdrachtgever die handelt in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf zonder dat ingebrekestelling of aanmaning nodig is, in verzuim en is hij over het achterstallige bedrag een direct opeisbare boete verschuldigd van 1,5% per maand. Een gedeelte van een maand geldt in dit verband als een hele maand.
4.7 Alle buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten (inclusief de kosten van juridische bijstand), die voor de vervoerder respectievelijk organisator verbonden zijn aan de handhaving van zijn rechten jegens de opdrachtgever respectievelijk reiziger, komen voor rekening van de opdrachtgever respectievelijk reiziger. In geval opdrachtgever of reiziger in verzuim is ten aanzien van betaling van de door vervoerder of organisator in rekening gebrachte bedragen, is de opdrachtgever of reiziger naast de wettelijke rente tevens de buitengerechtelijke kosten verschuldigd, waarbij geldt:
a. Voor zover opdrachtgever of de reiziger een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, zijn de buitengerechtelijke kosten, zoals is bepaald in en wordt berekend conform het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten, eerst verschuldigd als niet is betaald binnen 15 dagen nadat de aanmaningsbrief bij de schuldenaar is bezorgd;
b. Voor zover opdrachtgever of reiziger handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf maakt vervoerder respectievelijk organisator aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, welke kosten in dat geval, in afwijking van het bepaalde in artikel 6:96 lid 4 B.W. alsmede in afwijking van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, reeds nu voor alsdan wordt vastgesteld op een bedrag gelijk aan 15% van de totaal openstaande hoofdsom, met een minimum van € 150,--.
Artikel 5: Opzegging
5.1 Indien de opdrachtgever de vervoersovereenkomst opzegt, is hij verplicht de dientengevolge door de vervoerder geleden schade te vergoeden. Tenzij partijen anders zijn overeengekomen – met inbegrip van het geval dat de vervoerder in één of meer van zijn publicaties een afwijkende annuleringsregeling heeft vermeld – is de opdrachtgever, naast vergoeding van eventueel in zijn opdracht door de vervoerder reeds gemaakte kosten, de navolgende schadevergoeding aan de vervoerder verschuldigd:
a. bij opzegging tot de 22e kalenderdag (exclusief) voor de dag waarop het vervoer aanvangt: 30% van de overeengekomen ritprijs met een minimum van € 125,--;
b. bij opzegging vanaf de 22e kalenderdag (inclusief) tot de 14e kalenderdag (exclusief): 40% van de overeengekomen ritprijs;
c. bij opzegging vanaf de 14e kalenderdag (inclusief) tot de 2e kalenderdag (exclusief): 50% van de overeengekomen ritprijs;
d. bij opzegging vanaf de 2e dag (inclusief) tot de dag (exclusief) van vertrek: 75% van de overeengekomen ritprijs;
e. bij opzegging op de dag van vertrek: de volledige ritprijs.
5.2 Indien de reiziger de pakketreisovereenkomst of het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement opzegt, is hij verplicht de dientengevolge door de organisator geleden schade te vergoeden. Tenzij partijen anders zijn overeengekomen, is de reiziger de navolgende schadevergoeding aan de organisator verschuldigd:
a. bij opzegging tot de 42e kalenderdag (exclusief) vóór de vertrekdag: de aanbetaling maar niet meer dan 35% van de reissom;
b. bij opzegging vanaf de 42e kalenderdag (inclusief) tot de 28e kalenderdag (exclusief): 35% van de reissom;
c. bij opzegging vanaf de 28e kalenderdag (inclusief) tot de 21e kalenderdag (exclusief): 40% van de reissom;
d. bij opzegging vanaf de 21e kalenderdag (inclusief) tot de 14e kalenderdag (exclusief): 50% van de reissom;
e. bij opzegging vanaf de 14e kalenderdag (inclusief) tot de 5e kalenderdag (exclusief): 75% van de reissom;
f. bij opzegging vanaf de 5e kalenderdag (inclusief) tot de vertrekdag: 90% van de reissom;
g. bij opzegging op de vertrekdag: de volledige reissom.
5.3 Indien een of meer reizigers die gezamenlijk met een of meer andere reizigers voor een verblijf bepaalde accommodatie hebben geboekt, hun pakketreisovereenkomst of het onderdeel vervoer in het kader van een gekoppeld reisarrangement opzeggen, geldt zodanige opzegging tevens als opzegging door die andere reiziger(s) van de met hem (hen) gesloten pakketreisovereenkomst(en) of onderdeel vervoer en zijn ook deze reizigers tot schadevergoeding op de voet van 5.2 gehouden.
5.4 De opzeggingsbevoegdheid kan tijdens het vervoer respectievelijk de reis door de opdrachtgever respectievelijk reiziger niet worden uitgeoefend.
5.5 Opzegging door de opdrachtgever respectievelijk reiziger van het vervoer en/of de reis kan slechts schriftelijk geschieden.
Artikel 6: Wijziging van de overeenkomst
6.1 De vervoerder is bevoegd de vervoersovereenkomst of het onderdeel vervoer van het gekoppelde reisarrangement op een wezenlijk punt te wijzigen wegens gewichtige, de opdrachtgever respectievelijk reiziger zo spoedig mogelijk meegedeelde omstandigheden.
6.2 De opdrachtgever respectievelijk reiziger kan de wijziging als bedoeld in artikel 6.1 afwijzen. De opdrachtgever respectievelijk reiziger dient die eventuele afwijzing zo spoedig mogelijk aan de vervoerder respectievelijk organisator mee te delen, bij gebreke waarvan de afwijzing geen effect sorteert.
6.3 In geval van afwijzing door de opdrachtgever respectievelijk reiziger als bedoeld in 6.2, kan de vervoerder respectievelijk organisator de vervoersovereenkomst respectievelijk het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement opzeggen. De vervoerder respectievelijk organisator dient deze opzeggingsbevoegdheid zo spoedig mogelijk uit te oefenen. In geval van zodanige opzegging heeft de opdrachtgever respectievelijk reiziger recht op teruggave of kwijtschelding van de ritprijs respectievelijk reissom of, indien het vervoer respectievelijk de reis reeds ten dele is genoten, een evenredig deel daarvan, in alle gevallen zonder betaling van een beëindigingsvergoeding.
6.4 Als de organisator zich in het kader van een pakketreisovereenkomst genoodzaakt ziet om voor het begin van een pakketreis een van de voornaamste kenmerken van de reisdienst ingrijpend te wijzigen of niet aan de bijzondere wensen in de zin van artikel 7:504, lid 3, onderdeel a B.W. tegemoet kan komen, kan de reiziger binnen een door de organisator bepaalde redelijke termijn de voorgestelde wijziging aanvaarden of de overeenkomst beëindigen zonder betaling van een beëindigingsvergoeding.
6.5 De organisator heeft de mogelijkheid om de pakketreisovereenkomst vóór het begin van de pakketreis eenzijdig te wijzigen op een onbeduidend onderdeel mits organisator de reiziger daarvan op een duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende manier via een duurzame gegevensdrager in kennis stelt.
6.6 Ingeval van een vervoersovereenkomst of vervoer in het kader van een gekoppeld reisarrangement is de opdrachtgever of de reiziger gehouden de redelijke meerkosten te voldoen die hem in rekening worden gebracht indien deze zijn ontstaan ten gevolge van vooraf niet voorziene verkeerssituaties, zoals filevorming, waardoor de duur van de rit langer is dan was overeengekomen.
6.7 De opdrachtgever respectievelijk reiziger is gehouden de meerkosten te voldoen die hem in rekening worden gebracht indien:
a. op zijn verzoek respectievelijk wegens een hem toe te rekenen omstandigheid meer kilometers zijn gereden en/of meer arbeidsuren zijn gemaakt dan zijn verdisconteerd in de ritprijs respectievelijk reissom;
b. op zijn verzoek respectievelijk wegens een hem toe te rekenen omstandigheid op enigerlei wijze is afgeweken in de uitvoering van het vervoer respectievelijk de reis (bijvoorbeeld in de route, het tijdschema, de verzorging of de accommodatie) zoals deze in de overeenkomst was voorzien.
6.8 Als de opdrachtgever of de reiziger de vervoersovereenkomst, de pakketreisovereenkomst of het onderdeel vervoer in het kader van het gekoppelde reisarrangement gedeeltelijk niet nakomt of aankondigt gedeeltelijk niet na te zullen komen, dan is op het desbetreffende deel de in artikel 5.1 opgenomen staffel van toepassing.
Artikel 7: Opzegging wegens te geringe deelname of wegens overmacht
7.1 De organisator is bevoegd de pakketreisovereenkomst of het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement op te zeggen zonder dat hij de reiziger enige schadevergoeding is verschuldigd, wanneer het aantal aanmeldingen kleiner is dan het vereiste minimum aantal en de reiziger binnen de in de pakketreisovereenkomst of het gekoppelde reisarrangement aangegeven termijn schriftelijk van de opzegging in kennis is gesteld. Dit dient uiterlijk twintig dagen voor het begin van een pakketreis of een gekoppeld reisarrangement van meer dan zes dagen te gebeuren, zeven dagen voor het begin van een pakketreis of een gekoppeld reisarrangement van twee tot zes dagen, of 48 uur voor het begin van een pakketreis of een gekoppeld reisarrangement van minder dan twee dagen.
7.2 Het gestelde in artikel 7.1 is eveneens van toepassing op een vervoersovereenkomst.
7.3 De organisator is bevoegd de pakketreisovereenkomst of het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement op te zeggen zonder dat hij de reiziger enige schadevergoeding is verschuldigd, wanneer nakoming van de pakketreisovereenkomst dan wel het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement onmogelijk is dan wel wordt bemoeilijkt door onvermijdbare en buitengewone omstandigheden.
7.4 De vervoerder is bevoegd de vervoersovereenkomst op te zeggen ingeval de nakoming daarvan onmogelijk wordt gemaakt respectievelijk wordt bemoeilijkt door een omstandigheid die buiten zijn macht is gelegen, zonder dat hij de opdrachtgever enige schadevergoeding is verschuldigd; als zulk een omstandigheid worden onder meer beschouwd staking van werknemers en/of hulppersonen van de vervoerder en bijzondere weersomstandigheden waarvoor het KNMI een waarschuwing voor gevaarlijk weer (code geel), een waarschuwing voor extreem weer (code oranje) dan wel een weeralarm (code rood) heeft afgegeven. Ingeval de vervoersovereenkomst strekt tot vervoer middels terbeschikkingstelling door de vervoerder van een of meer zitplaatsen in een bus en niet van een bus als zodanig is de vervoerder eveneens bevoegd de vervoersovereenkomst op te zeggen bij te geringe deelname als bedoeld onder 7.1.
7.5 In geval van opzegging als bedoeld in de artikelen 7.1 tot en met 7.4 heeft de opdrachtgever respectievelijk reiziger recht op teruggave of kwijtschelding van de ritprijs respectievelijk reissom of, indien het vervoer respectievelijk de reis reeds ten dele is genoten, een evenredig deel daarvan.
7.6 Ingeval van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden kan opdrachtgever respectievelijk reiziger en/of de vervoerder respectievelijk organisator de onderliggende overeenkomst kosteloos beëindigen voor zover het vervoer dan wel de reis nog niet is aangevangen. Als de organisator of de vervoerder de pakketreisovereenkomst respectievelijk het onderdeel vervoer in het kader van een gekoppeld reisarrangement dan wel de vervoersovereenkomst niet kan uitvoeren als gevolg van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden dient hij de reiziger respectievelijk de opdrachtgever er onverwijld en vóór het begin van de pakketreis dan wel vóór het begin van het vervoer van in kennis te stellen dat de overeenkomst wordt beëindigd.
Artikel 8: Aansprakelijkheidsbeperking
8.1 Ingeval de vervoerder rechtens aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger ten gevolge van een ongeval dat in verband met en tijdens het vervoer aan de reiziger is overkomen, en/of schade veroorzaakt door geheel of gedeeltelijk verlies dan wel beschadiging van diens bagage, ontstaan tijdens het vervoer, is zijn aansprakelijkheid voor deze schade, behoudens - kort gezegd - in geval van opzet of bewuste roekeloosheid van de vervoerder zelf, op grond van artikel 8:1157 B.W. beperkt tot de bij of krachtens de op grond van dit wetsartikel uitgevaardigde algemene maatregel van bestuur bepaalde bedragen. De vervoerder is niet aansprakelijk in geval van verlies van of beschadiging van contant geld, verhandelbare documenten, goud, zilver, juwelen, sieraden, kunstvoorwerpen, elektronica of andere zaken van waarde.
8.2 De vervoerder is jegens de opdrachtgever respectievelijk reiziger in het kader van het onderdeel vervoer bij een gekoppeld reisarrangement niet aansprakelijk voor enige andere schade dan bedoeld onder 8.1, behoudens indien deze schade het gevolg is van handelen of nalaten van hem zelf geschied, hetzij met het opzet de schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap dat die schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien. De omstandigheid dat de vervoersovereenkomst niet in het geheel kan worden nagekomen als gevolg van het naleven van (verkeers)wet- en regelgeving is niet te kwalificeren als nalaten van de zijde van de vervoerder, en zal niet tot aansprakelijkheid kunnen leiden. Indien de vervoerder aansprakelijk is voor schade als gevolg van vertraging is deze op grond van artikel 8:1157 B.W. beperkt tot het bij of krachtens de op grond van dit wetsartikel uitgevaardigde algemene maatregel van bestuur bepaalde bedrag.
8.3 In geval van een pakketreisovereenkomst is de aansprakelijkheid van de organisator voor andere schade dan veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger beperkt tot driemaal de reissom, met dien verstande dat de vergoeding voor derving van reisgenot ten hoogste eenmaal de reissom bedraagt. Indien op een pakketreisovereenkomst een verdrag van toepassing is dat een uitsluiting of beperking van aansprakelijkheid toekent of toestaat aan de organisator, geldt deze uitsluiting respectievelijk deze beperking tot het laagste ten gunste van de organisator toegestane bedrag.
Artikel 9: Diverse verplichtingen van de reiziger
9.1 De reiziger is gehouden zich tijdens het vervoer respectievelijk de reis te gedragen overeenkomstig de aanwijzingen zijdens de vervoerder respectievelijk organisator, het onverwijld en onvoorwaardelijk verlenen van medewerking aan controle van bagage daaronder begrepen. De reiziger dient in het bezit te zijn van een geldig identiteitsbewijs en dit op eerste verzoek te tonen. De reiziger is verplicht voor de aanvang van het vervoer respectievelijk de reis zijn bagage deugdelijk te verpakken (onder meer ter voorkoming van schade aan andere bagage of de bus) en duidelijk te voorzien van een aanduiding van zijn naam, adres en bestemming. De vervoerder respectievelijk organisator is bevoegd het vervoer van bagage te weigeren indien het aantal of de omvang van de door de reiziger aangeboden colli niet redelijk is en/of het gewicht hoger is dan 20 kg per persoon. Om veiligheids- of beveiligingsredenen en/of op verzoek van de autoriteiten kan de reiziger worden gevraagd om medewerking te verlenen aan een onderzoek naar bagage. Reiziger is verplicht hieraan terstond medewerking te verlenen. De vervoerder is gerechtigd onbeheerde bagage te (laten) inspecteren. Het is de reiziger verboden:
a. drugs, explosieven, wapens, zuurstofflessen of gevaarlijke stoffen in zijn bagage of anderszins met zich te dragen;
b. tijdens het rijden te staan of te lopen in de bus en/of (hete) drank te gebruiken, tenzij voor eigen risico van de reiziger.
De reiziger is verplicht zich in de bus te onthouden van:
a. beschadiging en/of verontreiniging van de bus;
b. het gebruik van alcoholhoudende dranken, tenzij met uitdrukkelijke toestemming zijdens de vervoerder respectievelijk organisator, alsmede het gebruik van verdovende middelen;
c. het aanraken van noodvoorzieningen, zoals nooddeur en noodluik;
d. het roken;
e. het op enigerlei wijze hinderen van het personeel in de uitoefening van zijn taak;
f. het veroorzaken van hinder en overlast voor medereizigers of weggebruikers, waaronder het morsen van (hete) drank;
g. het in gevaar brengen van de veiligheid van zichzelf, de overige passagiers, de bestuurder dan wel van andere weggebruikers.
9.2 De vervoerder respectievelijk organisator is bevoegd vervoer dan wel verder vervoer aan de reiziger te (doen) ontzeggen en hem te (doen) gelasten de bus onmiddellijk te verlaten, indien de reiziger in strijd handelt met de hiervoor onder 9.1 vermelde verplichtingen, zonder dat de opdrachtgever of de reiziger ter zake aanspraak heeft op enige schadevergoeding of restitutie van (een deel van) de ritprijs of reissom.
9.3 De reiziger is voorts gehouden alle voor de reis noodzakelijke reisdocumenten, zoals onder meer een geldig paspoort en een geldig visum, bij zich te dragen, tijdig aanwezig te zijn voor het vertrek en ook steeds tijdig weer aanwezig te zijn voor het vertrek bij tussenstops en tevens de veiligheidsgordels, voor zover aanwezig, tijdens het rijden te bevestigen. Bij het vervoer van kinderen tot 12 jaar zijn de begeleiders verantwoordelijk voor het bevestigen van de veiligheidsgordels, voor zover aanwezig, tijdens het rijden. Ingeval van het niet beschikken over de noodzakelijke documenten, het niet-tijdig aanwezig zijn, de niet-tijdige terugkeer van de reiziger of de weigering om de veiligheidsgordels te bevestigen tot vertraging van betekenis kan leiden is de vervoerder respectievelijk organisator bevoegd het vervoer respectievelijk de reis ten aanzien van deze reiziger niet verder uit te voeren, zonder dat de opdrachtgever of de reiziger ter zake aanspraak heeft op enige schadevergoeding of restitutie van de ritprijs of reissom.
9.4 Onverminderd hetgeen hiervoor is bepaald onder 9.1 tot en met 9.3 is de opdrachtgever respectievelijk de reiziger gehouden aan de vervoerder respectievelijk organisator de schade te vergoeden die deze eventueel heeft geleden en nog zal lijden doordat de reiziger in strijd heeft gehandeld met een van de hiervoor vermelde verplichtingen.
Artikel 10: Cameratoezicht
Vervoerder behoudt zich in het belang van de veiligheid van reizigers en bestuurder(s) het recht voor om cameraondersteunend toezicht uit te voeren. Dit toezicht vindt plaats met inachtneming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de daarop gebaseerde Beleidsregels Cameratoezicht.
Artikel 11: Klachten; bevoegde rechter
11.1 Ingeval de opdrachtgever respectievelijk reiziger een klacht heeft over de totstandkoming of uitvoering van de overeenkomst dient de opdrachtgever respectievelijk reiziger zijn desbetreffende klacht direct, schriftelijk of in een andere passende vorm te richten tot de vervoerder respectievelijk organisator, opdat deze een passende oplossing kan zoeken.
11.2 Indien de klacht niet tijdens de uitvoering van de overeenkomst naar genoegen van de opdrachtgever respectievelijk reiziger wordt opgelost, kan deze uiterlijk binnen een maand na uitvoering van de overeenkomst dan wel, indien het vervoer respectievelijk de reis geen doorgang heeft gevonden, binnen een maand na de geplande vertrekdatum een schriftelijke en gemotiveerde klacht indienen bij de vervoerder respectievelijk organisator. Indien de klacht betrekking heeft op de totstandkoming van de overeenkomst, dient de klacht binnen een maand na de desbetreffende handelwijze van de vervoerder respectievelijk organisator bij deze te worden ingediend.
11.3 De vervoerder respectievelijk organisator moet een klacht binnen een maand na indiening daarvan afhandelen. Indien de vervoerder respectievelijk organisator de klacht niet tijdig respectievelijk niet naar genoegen van de opdrachtgever respectievelijk reiziger heeft afgehandeld, kan deze, tot uiterlijk drie maanden na uitvoering van de overeenkomst respectievelijk na de geplande vertrekdatum respectievelijk na de datum waarop de gewraakte handelwijze van de vervoerder respectievelijk organisator met betrekking tot de totstandkoming van de overeenkomst heeft plaatsgevonden, zijn klacht schriftelijk voorleggen aan een door de vereniging KNV Busvervoer in te stellen geschillencommissie. Deze geschillencommissie beslist bij wege van bindend advies.
11.4 De reiziger die geen gebruik wenst te maken van deze bindend-adviesprocedure kan zich wenden tot de volgens de wet bevoegde rechtbank binnen wier rechtsgebied de vervoerder respectievelijk organisator is gevestigd, zulks onverminderd het recht van de reiziger zich te wenden tot een andere volgens de wet bevoegde rechtbank.
11.5 Onverminderd de wettelijke bepalingen van dwingend recht met betrekking tot verjaring van rechtsvorderingen en het bepaalde inzake het verval bij niet tijdige kennisgeving als bedoeld in artikel 8:1753 B.W., vervalt overigens elk vorderingsrecht van de opdrachtgever respectievelijk reiziger een jaar na uitvoering van de overeenkomst respectievelijk een jaar na de geplande vertrekdatum of na de datum waarop de gewraakte handelwijze van de vervoerder respectievelijk organisator met betrekking tot de totstandkoming van de overeenkomst heeft plaatsgevonden.
Artikel 12: Toepasselijk recht
Op alle vervoer- of reisovereenkomsten is het Nederlands recht van toepassing.